Zuid-Afrika deel 6 Tides Lodge

Het afscheid van ons B&B in Wilderness betekent ook het (voorlopige) afscheid van de andere familieleden. Wij zeggen de Turaco's, Robin Chats, Forest Canaries en Sunbirds gedag en wachten even tot Sue en Phil , geheel zonder koffers, ook het trapje afgedaald zijn. Sue's nieuwe heup geeft haar daarbij een duidelijke voorsprong op Phil. Elke gast zwaaien zij hoogstpersoonlijk uit.

Greater Double-collared Sunbird

Het eerste gedeelte van de route, langs de N2 is weinig interessant. De snelheidsbeperkingen in Zuid-Afrika zijn heel helder. Hoe smaller de weg, hoe harder je mag. Met 120 km/u scheuren wij over een tweebaansweg langs hordes voetgangers en het lijkt mij niet dat we veel geraakt hebben. Af en toe staat er iemand enthousiast met een oranje vlag te zwaaien. Ik ken het schema van het Nederlands Elftal niet uit mijn hoofd, maar ik dacht niet dat ze nu een oefenwedstrijd hadden tegen "Bafana Bafana". Als wij genoeg afremmen om de borden langs de weg te kunnen lezen blijkt dat zij ons waarschuwen voor wegwerkzaamheden. Waarschijnlijk om de weg te versmallen.

Wij slaan af om ons op zo'n 40 kilometer 'dirt road' te storten. Het landschap om ons heen is droog en onafzienbaar. Het territorium van leeuwerik en kraanvogel. De leeuweriken zijn niet mijn favoriet. Ze zijn allemaal bruin. De ene soort onderscheidt zich enkel van de andere door een streepje meer of minder of een kuifje. Waarbij de veldgids dan vermeldt dat die vaak niet zichtbaar is. De kraanvogel is een ander verhaal. De mooiste kraanvogel van Zuid-Afrika is de 'Blue Crane', tegelijk de nationale vogel. Een elegante verschijning. Het mannetje doet zijn best om die elegantie te benadrukken door een soort onbeholpen dans uit te voeren, met wat stro in zijn snavel. Uitslover.

Blue Crane

Uiteindelijk brengt de dirt road ons op een oase temidden van dit dorre landschap. Onze cottage heeft een terras met een majestueus uitzicht op de Breede Rivier. Wij worden verwelkomd door twee 'Fish Eagles, Kingfishers' en 'Blacksmith' Kieviten. Wat een plek. We verzuimen 's avonds de ramen goed dicht te houden, waar een groep vliegende mieren dankbaar gebruik van maakt. Ik snap niet dat mieren zo nodig moeten vliegen. Als je zoveel poten hebt. We hebben gelukkig een klamboe. Alleen even niet op blote voeten het bed uit.

Uitzicht Tides Lodge
 
Blacksmith Lapwing
Blacksmith Lapwing

De volgende dag bezoeken wij De Hoop National Park. Uiteraard weer een twintigtal kilometers dirt road, maar daar laten wij het gas niet meer voor los. Eerst een vorstelijke capuccino met carrot cake in het restaurant en dan maken wij een wandeling langs de 'vlei'. Nee, geen vallei, maar een een baai met steile rotswanden. Aangenaam en rustig tot het moment dat mijn altijd attente echtgenote achter mij roept: 'pas op, een slang!' Een boze Cobra, met zijn imposante platte kop, heeft zich opgericht, maar besluit toch af te zien van een confrontatie. Ik kan ook behoorlijk boos kijken. Ik maak er een gewoonte van om elke reis tenminste één keer op een gifslang te stappen en dat hebben we nu dus weer achter de rug. De rest van de wandeling voert ons langs Bontebokken en Elandantilopen, die ons redelijk dichtbij laten naderen. Ze zijn prachtig en niet giftig, voorzover ik weet.

Bontebok
Eland

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het verre oosten dichterbij

Het Hoge Noorden